zaterdag 26 december 2009

Het wereldje van Beer Ligthart. Jaap ter Haar


Soms neem je een boek ter hand dat niet prominent op je wensenlijst staat. Sterker, dit boek stond jarenlang voor het grijpen, maar ik liep er met een boog omheen. Totdat je tijdens Kerst bij je ouders een stapel boeken opruimt. 'Bekroond met de gouden griffel', prijkt op de kaft van Het wereldje van Beer Ligthart van Jaap ter Haar. "Och" zei een familielid, "je leest het in een uur uit." Dus terwijl het kerstmaal op het vuur pruttelde, verdiepte ik me in het leven van Beer. Het kan verkeren.

Berend Ligthart, een onbezorgde puber die van voetbal houdt en de beste leerling van zijn klas is, raakt door een ongeluk blind. Zijn wereld stort in, maar al ras ontdekt hij dat hij juist zuiverder waarneemt zonder ogen. '... Beer richtte zijn leven van het zichtbare en lichamelijke op het geestelijke, het wezenlijke van het menselijk bestaan. "Weet je, Beer, ogen leiden ons vaak van de hoofdzaken af."' (p.107)

Dit jeugdboek uit 1973 leert de kinderen dat elk leven tegenslagen kent, maar we bij monde van de doodzieke psychologiestudent die Beer in het ziekenhuis treft 'moeten trachten van het leven te houden, en máák er wat van!' (p.128)



Beer ontdekt het licht in zijn hart en is daarmee het goede voorbeeld dat Ter Haar zijn jonge lezerspubliek geeft. Stichtelijk en moralistisch. Maar ach, dat is best te combineren met de kerstgedachte van 2009.

zaterdag 21 november 2009

"Bitte sprich..." Liebesgedichte. Anne Golenia

In september bezocht ik Duitsland driemaal. En toeval of niet, vlak na het laatste bezoek kreeg ik "Bitte sprich...", liefdesgedichten van de Berlijnse Anne Golenia. 


Eine Wolke zupf ich dir,
ganz zart und fein.
Blau-weißes Himmelsbild,
sehnsuchtsvoll,
mit dem Wind gezeichnet.
Mild lächelt sie,
trägt im weichen Kleid
still verborgen einen Kuss.
Liebevoll lädt sie dich ein,
mit mir blau-weiß zu schweben.

Mijn basis in de poëzie ligt bij de Nederlandstalige. Daarbij ontbeer ik het geduld om langzaam te lezen. De Duitse taal dwingt me tot traagheid om de volle betekenis van de woorden tot me door te laten dringen. Het Duits geeft een andere kleur, een nieuwe uiting aan gevoelens die met de Nederlandse taal niet zo te raken zijn. 

De auteur van deze dichtbundel fascineert me. Is Golenia zo vol van liefde dat ze daarom een bundel met wel honderd liefdesgedichten samenstelt? Ontvangt ze veel liefde of is ze juist op zoek? Uit haar gedichten spreekt voornamelijk eenzaamheid met verlangen naar geluk. Als je dan toch ergens op de wereld eenzaam moet zijn, is Unter den Linden ongetwijfeld de gelukkigste plaats.

vrijdag 13 november 2009

De tramrace. F.B. Hotz


De titel van dit korte verhaal klinkt hopeloos ouderwets: De tramrace. En in ouderwetse trant is het verhaal verschreven. Waar in Nederland is heden ten dage ruimte om met trams te racen? In een dorp waar de protestanten zich aan de ene zijde van de rails verzamelen, met op veilige afstand de katholieken aan de andere zijde van de rails. Alleen de dominee begeeft zich onder de katholieken. Of is dat omdat hij anders tegen de namiddagzon inkijkt?

Uit de hoogte kijkt God mee, maar daar laat Hotz het niet bij. Eén van de trams verongelukt. Vier zusjes komen op gruwelijke wijze om het leven, waaronder het mooiste meisje van het dorp. Boer Boon, die het meisje aanbidt, gaat op zijn knieën en vraagt God de tijd een uur terug te zetten: "Ik zal dan op de rails gaan liggen, ik zal met de armen uitgestrekt voor de locomotieven staan." Welja. God vindt ook dat het ongeluk te erg is en draait de klok een kwartiertje terug. De meisjes huilen van de schrik en boer Boon gaat voortaan zonder benen door het leven.

De tramrace is een ouderwetse vertelling met een opvallend moderne wending.

zondag 8 november 2009

Zomertijd. J.M. Coetzee


"Coetzee is nooit een populaire schrijver geweest. (...) In de publieke opinie bestond het beeld van een kille en hautaine intellectueel, een beeld dat hij nooit heeft proberen te ontzenuwen. Je zou zelfs kunnen zeggen dat hij het aanmoedigde. Nu geloof ik niet dat dat beeld hem recht doet. Uit de gesprekken die ik heb gevoerd met mensen die hem goed hebben gekend, komt een heel andere persoon naar voren - (...)". (p. 264)

Zomertijd van J.M. Coetzee presenteert zich op de kaft als roman, in de flaptekst als autobiografie. Daarmee is de verwarring die het boek zaait, gekenschetst. Na de dood van Coetzee gaat Vincent op pad. Hij interviewt vier vrouwen en een man die in het leven van Coetzee belangrijk waren. Aangevuld met notities en fragmenten uit de nalatenschap van Coetzee zelf, ontstaat een beeld van hem in de zomertijd van zijn leven. Niet dat de romanfiguur-Coetzee er een zonnige tijd van maakte. Hij wordt door de geïnterviewden inderdaad afgeschilderd als kil en hautain, niet thuis in zijn lichaam en onhandig, onopvallend en niet in contact met zijn omgeving. Zo belangrijk als de geïnterviewden voor Coetzee waren, zo weinig indruk had hij op hen gemaakt. Of slechts negatieve indruk.

Coetzees leven in Zomertijd is niet los te zien van de context: Zuid-Afrika. Het land waar contact tussen blanken, kleurlingen en zwarten eeuwig moeizaam is en onderling onbegrip alom tegenwoordig. In het land van grote tegenstellingen voelt Coetzee zich misplaatst, niet thuis en niet op zijn gemak.

Hoe moet ik dit boek beschouwen? Waar ligt de grens tussen autobiografie en roman? Ben je een narcist, een zelfbevlekker als je alleen lelijke eigenschappen van jezelf, via anderen, beschrijft? Hoe langer ik erover nadenk, hoe minder ik het kan duiden. Dat is precies wat ik met Zuid-Afrika zelf ervoer. Hoe langer ik er was, hoe minder ik van het land begreep. Gelukkig leeft Coetzee in de echte wereld nog en neem ik me voor me met enige regelmaat door hem te laten verwarren. 

woensdag 7 oktober 2009

Zomertijd. J.M. Coetzee



"Hij was de enige man die ik kende die zich door mij wilde laten verslaan in een eerlijke discussie, die niet tekeer begon te gaan of in de war raakte of boos wegliep als hij zag dat hij verloor. En ik versloeg hem altijd, of bijna altijd. 

De reden was simpel. Het was niet dat hij niet kon discussiëren; maar hij leidde zijn leven volgens principes, terwijl ik een pragmatist was. Pragmatisme verslaat principes altijd; zo is het nu eenmaal. Het universum beweegt, de grond verandert onder onze voeten; principes lopen altijd een pas achter." (p. 73)

(en meer over Zomertijd als ik het uitgelezen heb)

vrijdag 4 september 2009

Elsevier 36-2009 + Thema Mannenmode


Zoals ik heren ken die de Viva lezen om te begrijpen wat er in vrouwen omgaat, zo lees ik Elsevier. Altijd inspirerend voor de borrelpraat.


Wat brengt Elsevier deze week naast de politieke roddels -doorgaans middenrechts gekleurd - en de terreurtoestand in de wereld? Ik lees dat Willem-Alexander misschien helemaal geen zin heeft in het koningschap. En dat je tegenwoordig niet gewoon moeder meer bent, maar er een veelvoud van moedertypen bestaat. Uitermate belangrijke informatie voor de onderhandelingen aan de keukentafel. Een interessant, maar niet te lang interview over vastgoedfraude en dan gauw over tot de laatste gadgets. De e-reader gaat het helemaal worden en wie tegenwoordig geen i-Phone heeft, kan het schudden bij de businessclub.


Elsevier sluit af met mijn favoriete rubriek Huwelijk. In een damesblad zou het over de echte liefde gaan, in Elsevier gaat het om de baan van ouders en schoonouders, wat de politieke kleur van het versgetrouwde stel is en welke hoogwaardigheidsbekleder uit het netwerk de trouwplechtigheid voltrok.

Extra deze week is de bijlage Thema Mannenmode. Behoudende Elsevier-heren hoeven niet te vrezen. Alle hipheid is leuk en aardig, maar zakelijk kom je in tijden van crisis nog altijd het beste voor de dag in een goed gesneden grijs pak, lichtblauw hemd (let op de ei-vormige boord) en een zachtgekleurde das. Ingewikkeld horloge en klassieke geur maken de man af. Op zaterdag is bruin met blauw goed, met een donsgevoerd jack om de bladeren uit de tuin te harken.

Ik ben klaar voor de borrelpraat van deze week. Leve Elsevier.

vrijdag 28 augustus 2009

Vrije val. Juli Zeh


"Het leven loopt, net als elke andere geschiedenis, achterwaarts naar zijn eigen oorzaak. Omdat mensen meestal van voren naar achteren denken, blijft de betekenis van hun bestaan voor hen verborgen. Wie dit principe echter heeft ingezien en heeft uitgevist welk toekomstig doel hij dient, kan voortaan elke gebeurtenis als een deel van zijn persoonlijke bestemming beschouwen. En die daardoor met kalmte dragen." (p. 83)

maandag 24 augustus 2009

Zaterdag. Ian McEwan


Goed boekenadvies van vrienden volg ik graag. Toen vriend en Perron 500-genoot J. voor de derde keer de loftrompet stak over Zaterdag van Ian McEwan, stopte ik het boek in mijn vakantiekoffer. Zijn aanvullend advies het boek ook op een zaterdag in één keer te lezen, heb ik lachend weggewuifd. Dan had ik om half vier 's ochtends moeten starten en 25 uur later, om half vijf de volgende nacht, het boek moeten uithebben. Spannend experiment voor wie het boek na mij gaat lezen. Sluit je op en zet een pot sterke koffie klaar. 

Zaterdag beschrijft aldus een zaterdag uit het leven van Henry Perowne, neurochirurg in Londen. Door de traagheid - zijnde geen traagheid van slecht geschreven boeken - wekt het verloop van de dag een beklemmend, drukkend gevoel op. Je wenst dat de dag sneller verloopt, omdat je onheil ruikt. Dat blijkt.

De manier waarop McEwan binnen het verloop van een dag een volledig leven in de huidige maatschappelijke context schetst, is knap en evenwichtig. Perowne leeft, werkt en bemint intens. Van die intensiteit kon ik me tijdens het lezen niet losmaken. Dank voor je advies vriend, ik heb genoten.

zondag 9 augustus 2009

De brief voor de koning. Tonke Dragt

Nooit eerder herlas ik een boek. De reden daarvoor is simpel: op mijn verlanglijstje staan zoveel boeken die ik graag wil lezen, dat ik met mijn beperkte leestijd misschien in het bejaardenhuis toekom aan boeken voor de tweede keer. En alleen de echt heel bijzondere dan.

De brief voor de koning van Tonke Dragt is een uitzondering. En dat verdient het boek. Vroeger las ik het. Hoe oud zal ik zijn geweest? Een jaar of tien. Elke drie weken op de fiets naar de bieb met een stapeltje gelezen boeken onder mijn snelbinders. Gauw inleveren en -hup- naar de jeugdafdeling voor een verse oogst leesvoer. Mijn zusjes en ik telden of we samen wel het toegestane maximum te lenen boeken hadden verzameld en beoordeelden ook elkaars keuze om thuis voldoende leeszekerheid te hebben. Vette vlekken, platte vliegjes en snot van andere kinderen in de boeken deerden me niet. Ik las.

De sfeer van De brief voor de koning is me bijgebleven. Voor deze zomer kocht ik een eigen exemplaar met de prachtige tekeningen van Tonke Dragt. Ik las kalm, bestudeerde de landkaart bij elke avontuur van Tiuri en waande me opnieuw in het Rijk van Dagonaut, de grote bergen en het Rijk van Unauwen. Een heerlijk boek voor zomerdagen.

Uiteraard heeft Dragt een boodschap voor haar jonge lezers, die ook voor volwassenen actueel is. Kies je eigen weg, leg die met dapperheid en vertrouwen af en wees verantwoordelijk voor de consequenties ervan. Als je de zuivere weg kiest, zal eer je uiteindelijk ten deel vallen.

dinsdag 21 juli 2009

De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 verhalen. Samengesteld door Joost Zwagerman


Mijn boekenkast kent een plank voor Speciale Boeken. De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 verhalen is een prominente, alomtegenwoordige bewoner van die plank.

In de Nederlandstalige literatuur is het korte verhaal een ondergeschoven kindje. Tegen beginnend schrijvers wordt gezegd: "Ach, schrijf eerst maar eens een kort verhaal. En als je dat kunt, probeer een dunne roman..." Alsof het schrijven van een kort verhaal de opmaat is naar een roman. Het is juist omgekeerd.

In de Amerikaanse literatuur is de short story een gewaardeerd genre. Less is more. Voor uitweidingen en versierselen is geen plaats. De kunst schuilt erin dat met weinig woorden een volledig verhaal wordt verteld. De schrijver kan snel een beeld scheppen van de hoofdpersonen, omgeving en thematiek. Hij weet de lezer in korte tijd te vervoeren, te raken. 

Ik waardeer het genre korte verhalen én het werk dat Zwagerman voor me heeft verricht. Een prachtige bloemlezing van de beste korte verhalen die onze Nederlandstalige literatuur heeft voortgebracht. Zo lees je nog eens schrijvers die we allang vergeten zijn. Wat dacht je van Heere Heeresma? In mijn beeld vergeeld, in Een winkelier keert niet weerom springlevend en hilarisch. Ik ga ze lezen, alle 250. Wat een rijkdom in mijn boekenkast.

zondag 12 juli 2009

Alleen maar nette mensen. Robert Vuijsje


Alleen maar nette mensen van Robert Vuijsje is door critici beschuldigd van racisme en door anderen de hemel ingeprezen. Het won zelfs de Gouden Uil. Toch had de aanprijzing op de kaft 'uiterst vermakelijk' een waarschuwing voor me moeten zijn. Een goed boek heeft geen meegedrukte reclame nodig. 

Het verhaal begint met een schets van verwende jongeren in Amsterdam Oud-Zuid vanuit het perspectief van de 21-jarige David. De toon is belerend. Alsof het een nieuwe wereld is die Vuijsje me in simplistische taal moet uitleggen. Daarbij heeft hij moeite zich werkelijk in de leefwereld van een 21-jarige te verplaatsen. Tegenover het blanke, elitaire milieu van Oud-Zuid staat de kleurige mengelmoes Zuidoost. De verschillen tussen beide leefwerelden worden opzichtig en generalistisch uitvergroot. Eindeloos. 

Ook de vorm van het boek irriteert. Hoofdstukken van amper twee pagina's bestaande uit songteksten, msn-conversaties en gekunstelde dagboekfragmenten. Het is een bladerboek. De kwalificatie 'page-turner' is te veel eer. 

De positieve kritieken zijn me een raadsel (de beschuldiging van racisme trouwens ook). Het boek wordt door zogenaamd vooruitstrevende mensen uit de veilige stadsmilieus tot cultstatus verheven. 'Zie wat hij durft op te schrijven!' in de veronderstelling dat lieve Libellelezeressen op het platteland door dit boek van hun stoel vallen. Ik raad lieve dames en heren met een open blik aan dit boek links te laten liggen en zelf een paar dagen door Amsterdam te zwerven. Van Nieuw-West via Oud-Zuid naar Zuidoost. Spreek de verschillende Amsterdammers en oordeel zelf.

zaterdag 4 juli 2009

Caesarion. Tommy Wieringa


Joe Speedboot van Tommy Wieringa las ik enkele jaren geleden direct na Knielen op een bed violen van Jan Siebelink. Een katholieke opluchting na de gereformeerde zwaarmoedigheid. Caesarion zou anders zijn, werd ik gewaarschuwd. Zwaarder. Dat voedde mijn nieuwsgierigheid des te meer.

Wieringa is een rasverteller over een leven dat in beginsel weinig bijzonder lijkt. Langzaam ontspint zich het eigenaardige leven van Ludwig Unger zonder dat het ongeloofwaardig wordt.
""...je bent een verhalenverteller op een plein in Marrakesj."
Ik schaam me. Ik heb haar overspoeld met mijn geschiedenis, een gek die je aanklampt op straat en met je meeloopt terwijl hij je zijn afzichtelijke levensgeschiedenis vertelt. Ten slotte vraagt hij om een kroket." (p.92)

Ludwigs leven staat in het teken van zijn ouders. Hij zoekt naar wie ze zijn in de echte wereld, hij zoekt zichzelf in hen. Hij volgt zijn moeder om haar te redden. Te laat realiseert Ludwig zich dat een zoon zijn moeder niet kan redden. Het geluk dat voor hem lag, offerde hij ervoor op. Zowel zijn moeder als zijn vader blijven wezensvreemd voor hem.
Caesarion gaat over het elementaire leven. Liefde, dood, hoop, afkomst en toekomst. Met een lichtheid geschreven en daardoor des te aangrijpender. Wieringa heeft de tijd genomen Caesarion te schrijven. Dat loont. Ik zal geduldig wachten op zijn volgende boek.

donderdag 25 juni 2009

Beperkt houdbaar. Bouwstenen voor verdere professionalisering van het wethouderschap. Wim Carabain


In Beperkt houdbaar verwondert ex-wethouder Wim Carabain zich over de vluchtigheid van het hedendaagse wethoudersbestaan. Uit de sombere inleidende hoofdstukken blijkt dat liefst eenderde van de wethouders tussentijds opstapt en dat de aanleiding geregeld een politiek conflict is. De oorzaken zijn dat de binding en loyaliteit van burgers aan het bestuur wijzigen, het politiek leiderschap van wethouders onderontwikkeld is en de positie van de wethouder sinds het dualisme verzwakt is. Passende analyse gezien het huidige politieke tijdsgewricht.

Carabain laat in zijn analyse buiten beschouwing dat geen enkele baan heden ten dage voor het leven is. Het wethouderschap behoort volgens mij een uiterste houdbaarheidsdatum te hebben. Slechts weinigen blijven fris als zij lange tijd op een machtszetel zitten.

Nadat Carabain beginnende wethouders veelal naief noemt omdat hun drijfveren louter idealistisch zijn, gaat hij gelukkig over tot de oplossingen. Hoewel de beschouwingen en theorieën niet vernieuwend zijn, biedt het werk een goed overzicht van competenties en omgevingsfactoren die het slagen van een wethouder bepalen. "Een wethouderszetel dient niet de plek te zijn voor personen die iets willen halen, maar vooral een plek voor personen die bereid zijn om heel veel te brengen" (p.53).

Beperkt houdbaar is een nuttige handwijzer voor mensen die het wethouderschap overwegen of ambiëren, én voor lokale partijbesturen en gemeenteraadsfracties die in de aanloop naar de verkiezingen op zoek gaan naar de geknipte wethouderskandidaat. Met het goede profiel en wat mij betreft zeker met idealen.

zondag 21 juni 2009

Change. Hoe de netwerkgeneratie Nederland gaat veroveren. Joop Hazenberg


Mijn politieke evenknie schonk me dit boek daags voor een trip naar Florence, die louter zou bestaan uit de geneugten van het Italiaanse stadsleven. Perfecte plaats om een bespiegeling te lezen over hedendaagse generatie-emancipatie in Nederland.

Hazenberg (1978) heeft in zijn twintigersjaren de Haagse politiek van drie zijden meegemaakt: politiek, ambtelijk en journalistiek. Die ervaringen vormen de basis van zijn boek. Hij onderzoekt het denken en handelen van twintigers en dertigers in de huidige samenleving en hoe anders zij zich bewegen dan de voorgaande generaties. Dat de generaties botsen, ervaart hij regelmatig zelf.

Waar voorheen de verticale structuur van de samenleving met haar verzuiling norm was, ziet Hazenberg dat de nieuwe generaties leven in een horizontale structuur. Ze bewegen zich in allerlei (onzichtbare) netwerken en zijn via nieuwe, snelle structuren maatschappelijk en politiek betrokken. Interessante gedachte.

Change is in beginsel een prettige combinatie van Hazenbergs persoonlijke verhaal, de generatiegedachte en ons recente politieke verleden. Hazenberg heeft moeite een heldere structuur in het boek te behouden. Van de Europese gedachte vliegt hij naar Obama, de verhouding tussen de Nederlandse politiek en journalistiek, zijn denktank en globalisering. Voor de kracht van Hazenbergs boodschap had hij er goed aan gedaan enkele van deze thema's voor een andere beschouwing te bewaren.

Tegen het einde van het boek raakt Hazenberg terug op koers. In klare bewoordingen geeft hij adviezen voor zijn (en mijn) generatie en geeft hij blijk van een duidelijke visie op de netwerkgeneratie die horizontaal leeft in verouderde verticale structuren.

vrijdag 19 juni 2009

Het diner. Herman Koch


Tijdens het uitzoeken van een nieuwe titel voor Perron 500, werd Het diner van Herman Koch geopperd. Het is niet onze keuze voor de volgende keer, maar ik was nieuwsgierig. Kan Koch een roman schrijven?


Het antwoord luidt ja. De structuur van de roman is helder. Koch vergrijpt zich niet aan een te grote gelaagdheid waardoor hij de lezer vlot het verhaal in zuigt. Twee broers en hun vrouwen gaan dineren op chic. Een van de twee heren is de beoogd minister-president. Onder de glanzende oppervlakte verbergen beide gezinnen zeer ernstig gedrag van hun zoons. Eigenlijk moet daarover gepraat, en vooral een strategie worden bedacht waardoor de schade voor de kandidaat-mp kan worden geminimaliseerd.



Koch snijdt serieuze, hedendaagse problematiek aan die hij geraffineerd combineert met kritiek op de uiterlijke schijn van politici en de eigenaardigheden van gewoontes in een restaurant. Ik heb het boek in rap tempo gelezen en me kostelijk vermaakt.

woensdag 17 juni 2009

Meester van de zwarte molen (Krabat). Otfried Preussler


Deze klassieker uit de jeugdliteratuur stond al een poos op mijn lijst 'zeker te lezen'. Sterker, dit boek was ooit het begin van een voorleesproject voor het slapen gaan. Steevast viel ik na een halve pagina in slaap en dat terwijl ik het verhaal bloedstollend spannend vond.


Voor Perron 500 een nieuwe poging, jaren later. Nieuwste druk, maar aan de omslag en uitgave is sinds het verschijnen in 1971 niks veranderd. Binnen vijf minuten ben ik al niet meer los te wrikken uit het boek. In vlotte vaart neemt Preussler me mee in het leven van Krabat, de molen, de Meester en de elf andere molenaarsleerlingen. 

Jeugdliteratuur. Voor een volwassene geen kinderachtig boek. Preussler schrijft met intelligentie en schat zijn lezers hoog in. "De keurvorst van Saksen had het landlopen verboden, maar gelukkig keken de rechters en andere plaatselijke autoriteiten niet zo nauw" (p. 8).



De meester van de zwarte molen is een boek over goed en kwaad, over wilskracht en vertrouwen. Laat je niet verleiden, blijf oprecht en vertrouw op het goede. De weg van de minste weerstand leidt tot het kwaad. Om de weg naar het goede te volgen, is grote wilskracht nodig. En dat wilskracht te leren is, bewijst Krabat.