zondag 17 januari 2010

Een paraplu voor het leven. Wilhelm Genazino


'De ellende van de massa, zegt Susanne (ze zegt tot mijn verbazing echt: de ellende van de massa), is gebaseerd op het feit dat al die arme mensen hun hele leven geen belangrijke mensen leren kennen. Begrijp je?
Ik knik en drink ook wat water.

Al die Wenzels, Schrothoffs en Seidels (dat zijn de namen van haar collega's), zegt Susanne, kennen alleen maar andere Wenzels, Schrothoffs en Seidels, zo ontstaat enthousiasme voor het gemiddelde.' (p.79)


De hoofdpersoon van Een paraplu voor het leven is schoenentester. Tijdens zijn wandelingen door de stad doet hij wonderlijke observaties en raakt hij voortdurend verstrikt in zijn hersenspinsels. Hij vraagt zich af wat als eerste bij hem zal binnendringen, de gekte of de dood. Bovendien heeft hij zichzelf voor zijn eigen leven geen toestemming gegeven. Een zware last op zijn schouders bij alle simpele handelingen. Langzaam kantelt het leven van de schoenentester. Hij heeft geen zin meer nog langer een begluurder van zijn eigen leven te zijn. 


Een paraplu voor het leven van Wilhelm Genazino leest als luieren in een hangmat. Vermakelijk, met scherpe observaties op zachte toon. Een diepe indruk maakt het boek niet. Over een poos ben ik het verhaal vast vergeten. Dat heeft alleen maar voordelen: over een paar jaar pak ik het boek met een glimlach weer uit de kast voor een luie zondagmiddag in de hangmat.

zaterdag 2 januari 2010

Eva. Carry van Bruggen


"'Wat heb jij...?'
Ebner geeft antwoord.

'Ze is misschien niet gewoon... dat er zo openlijk... over die dingen gesproken wordt...'
'Zij...?!' Zó zou iemand een mes naar je toe kunnen gooien.
'Zij?! Zij moet wel de preutse spelen. Die mannengek... die flirt... die jongensgek... niet eens vertrouwd bij de jongens van de hoogste klas. Met mijn eigen man zou ik haar nog geen uur alleen willen laten...'" (p. 110)

Eva is jonge vrouw die als onderwijzeres op een lagere school werkt. Ze houdt het beeld hoog naïef en onschuldig te zijn. De lezer volgt Eva in haar warrige mijmeringen, die kaatsen tussen schaamte en vurige verlangens, en ontdekt dat het tegendeel waar is. Toch ziet Eva de zonzijde niet. Ze concludeert dat "het einddoel van alle wijsheid is het rustig tegemoetzien van de dood." (p. 222)

Eva (1927) van Carry van Bruggen is een tijdsbeeld van een zelfstandige joodse vrouw uit de gegoede burgerij tijdens het interbellum. Uit Eva blijkt dat Van Bruggen de literaire klassiekers kende en volgens de normen van de toonaangevende buitenlandse literatuur schreef. De norm die niet zoals tegenwoordig door de verkoopcijfers wordt bepaald, maar door literatuurcritici. En dat roept de discussie op over wat literatuur heden ten dage is. Vijftien jaar geleden bestempelde men Palmen en Hemmerechts nog als pulp, nu durven zichzelf respecterende critici aan types als Vuijsje met droge ogen een literatuurprijs te geven.

Een klassieker op z'n tijd plaatst het huidige literaire klimaat in een relatieve context. Ik ben benieuwd welke hedendaagse boeken de tand des tijds gaan overleven.