zondag 23 januari 2011

Clausewitz. Joost de Vries


'Remt zag het lichtje heen en weer hobbelen, over het zand, en zag het recht op hem afkomen. De sigaret was een kleine, gedrongen man. Langzaam kon Remt de details onderscheiden; hij had dik krullend haar dat inmiddels grijs was, en een gerimpelde zongebruinde huid, perkament. Het leek hem een echte Griek.
De man liep mank, Remt merkte dat hij zich even inhield, alsof hij twijfelde of hij wel echt naar hem toe zou komen. Uiteindelijk liep hij door totdat hij pal voor Remt stond.
- Goedenavond, zei Remt, in het Engels.
- Goedenmorgen liever, zei de man terug.' (p. 182)

Je bent in 1983 geboren, studeert journalistiek en geschiedenis en schrijft daarna een boek. Dan verschijnt er een recensie in de NRC waarin je wordt vergeleken met Mulisch. Wat?!
Dat overkwam Joost de Vries met zijn boek Clausewitz. Een eervoller compliment is voor een debutant ondenkbaar, maar hemel, welke druk legt het op je schouders? In de categorie 'moderne grillen' was de nieuwsgierigheid van Perron 500 gewekt.

In Clausewitz onderzoekt promovendus Modderman, alias Neus, het leven van schrijver Ferdynand LeFebvre, die jaren geleden in het niets verdween. Aanvankelijk wil hij zich er gemakkelijk vanaf maken door een gevonden onbekende studie over te typen en een briefwisseling tussen LeFebvre en zijn vader in de bijlagen te stoppen. Dan vraagt zijn beste vriend de uitgever aan hem een boekje te schrijven. Neus gaat op tocht langs alle nog levende cultfiguren uit de kring van LeFebvre. Dat mondt uit in bonte verzameling van levensverhalen waarbij de promovendus de scherpe lijn tussen feit en fictie ten slotte zelf verliest.

Debuutromans van jonge schrijvers - mits van enige basiskwaliteit - vind ik buitengewoon fascinerend. De Vries lijkt álles te geven wat hij in zich heeft. Tot halverwege het boek leidt dat tot onevenredig ingewikkelde verhandelingen en moeilijke woorden. Dan slaat het taalgebruik om, lijkt De Vries zich ontdaan te hebben van de balast en wordt de toon relaxter, de schrijfstijl soepeler. Die onbalans wordt ruimschoots gecompenseerd door het jonge-hondenenthousiasme dat van het boek spat.

Wat ik mooi vind, zijn de foto's. Haast onopvallend en getroffen. Mag dat in een roman? Ja hoor. En dan de intertekstualiteit. De hoofdpersoon heet bijvoorbeeld T.S.E. Modderman. De initialen van T.S. Eliot? In de geciteerde brief van Ditrich Ernst zur Lahn gebruikt De Vries geen hoofdletters bij topografische bijvoeglijke naamwoorden: '...franse scherpschutter [...] russisch vuur...'. (p. 143). Een verwijzing naar Mulisch die dat ook systematisch weigerde?
Deze literaire verwijzingen en de verhalen uit de geschiedenis vermengd met aardse termen als 'linkse hobby' (p. 204), maakt dat Clausewitz literatuur van de nieuwe generatie is met een historisch besef als stevig fundament.

zondag 16 januari 2011

Karakter. F. Bordewijk


"'Wat moet dat?' gromde de oude.
'Wat moet dat met u,' brieste Katadreuffe terug, eensklaps een waanzin nabij. 'Vanmorgen heeft mijn faillissement gediend, dat weet u toch hè?, u zelf houdt u wel buiten schot, u stuurt er alleen maar die ploert van een Schuwagt op af. Die moet uw smerige zaken opknappen, en uw zoon mag bengelen. Dat zou een reusachtige grap zijn geweest. Maar het is u niet gelukt, dat weet u toch, hè?, dat ik vandaag sterker was dan u?'"(p. 168)

Ruim vijf jaar geleden richtten we met een groepje studievrienden Perron 500 op. Officieel om gemiste literaire klassiekers te lezen, maar de waarheid is dat we elkaar niet uit het oog wilden verliezen na ons afstuderen. Mijn favoriete hoogleraar André Hanou, die op de universiteit regelmatig aan onze tafel aanschoof om smakelijke verhalen te vertellen, mailde me later: 'Blijf elkaar zien. Jullie zullen elkaar later nog hard nodig hebben.'

Ter viering van ons eerste lustrum lazen we Karakter van Bordewijk én bezochten we afgelopen week de toneeluitvoering in de stampvolle Stadsschouwburg van onze stad Nijmegen.
En is dat nou wat, zo'n vertoneling van een der grootste klassiekers uit onze vaderlandse literatuur? Ja. Dat is geweldig. Met een perfecte cast, verfijnde entourage én de letterlijke teksten uit het boek, was het ademloos genieten. Toen de zaallichten tijdens het applaus ontbrandden, bleken we de acteurs andersom ook te verrassen. Verbaasd zagen ze de negen - naar verhouding - jonge, enthousiaste gasten op de eerste rij. Ik besefte: we hebben elkaar vastgehouden. Over vijf jaar vieren we ons tweede lustrum. Dat is zeker.

Karakter speelt nog een maand, onder meer op 25 januari in Veldhoven. Ga dat zien!