zondag 15 mei 2011

Minoes. Annie M.G. Schmidt


'U moet zich wat beter beheersen, juffrouw Minoes. Een dame krabben, enkel omdat ze een mantel van kattenbont aanheeft, bah!'
'Als ze weer hier komt, krab ik haar echt,' zei Minoes.
'Onzin. Ze heeft die mantel in een winkel gekocht en toen ze 'm kocht waren die katten allang dood. Het komt allemaal omdat u te weinig met mensen omgaat. U zit te veel op de daken. U bent te weinig op straat.'
'Ik was vannacht nog op straat.'
'U moet meer overdag op straat. Boodschappen doen. Gewoon, net als andere dames.'
'Goed. Maar ik wacht wel tot het donker is,' zei Minoes.
'Nee, dan zijn de winkels dicht. Nu.'
'Ik durf niet.'
'Brood en beschuit moet u kopen,' ging Tibbe door.
'Ik ben bang.'
'En de vis is op. Onderweg zou u even langs de haringman kunnen gaan. Hij heeft een stalletje op de hoek van de Groenmarkt.'
'O,' zei Minoes. 'Misschien dat ik leer durven. Als ik eenmaal op straat ben.'
'Vast wel,' zei Tibbe. 'Langzamerhand leert u durven. Alleen...'
'Wat?'
'Ik wou liever niet dat u de haringman kopjes geeft.' (p. 48-49)

In haar biografie las ik dat Annie M.G. Schmidt Minoes op latere leeftijd schreef en het, hoewel een kinderboek is, vooral een boek is dat Schmidts leven van dat moment weerspiegelt. Uiteraard had ik al een traantje bij de film weggepinkt, maar het boek lag nooit op het nachtkastje van mijn kinderkamer.

Minoes op het nachtkastje van een volwassene is genieten. Het ontroerende verhaal van Juffrouw Minoes en de wat schuchtere journalist Tibbe moge alom bekend zijn. Het heerlijke van de schrijfstijl van Schmidt is dat het luchtig, vanzelfsprekend en zo vlot leest. Intussen gaat het wel degelijk over durf, eerlijkheid, vriendschap en moeilijke keuzes. Dat is het kenmerk van goede jeugdliteratuur: ogenschijnlijk eenvoudig geschreven raakt het de essentie van het leven.