vrijdag 24 februari 2012

De keizer en de astroloog. Kees 't Hart

'Wist u dat Mahler een jood is?' vroeg Godefroy. Blijkbaar had hij Simons uitvoerige artikel gelezen over het verband tussen de sterren en de symfonieën van de door hem zo smartelijk bewonderde componist. Wies had het een meesterstuk gevonden. 
'Ik wilde het niet noemen,' zei Simon, 'het is op het ogenblik in de astrologische kringen wel gebruikelijk volkenkundige details te melden, sterren stralen nu eenmaal overal, maar het voegt niets toe, of doet niks af, als u dat liever heeft, aan mijn betoog over hem.' (p. 22)

Voor de postacademische literatuurcursus van mijn alma mater Radboud Universiteit Nijmegen las ik De keizer en de astroloog van Kees 't Hart. Of althans, ik deed een poging daartoe. Ik klapte het boek definitief dicht op pagina 55. 
Hoewel het boek uit 2008 is, komt het hopeloos ouderwets over. Het is het type literatuur waar hele generaties leestrauma's aan over hebben gehouden omdat ze zich hier doorheen moesten worstelen voor de boekenlijst. Waarin zit 'm dat?  

De keizer en de astroloog gaat over een zenuwarts-in-opleiding die tevens amateurastroloog is. Hij wordt door zijn professor gevraagd psychisch-astrologische bijstand te verlenen aan Wilhelm II. De thematiek van deze historische roman had zo uit het oeuvre van Hella Haasse kunnen komen. Haar boeken - waarvan ik er zeker twaalf heb gelezen - verveelden me nooit. De keizer... komt moeizaam op gang, is langdradig en heeft een stoffige schrijfstijl. En, ik geef toe, ellenlange uiteenzettingen over astrologie boeien me werkelijk niet.

Anders dan vroeger, weiger ik mezelf een leestrauma te bezorgen door met tegenzin verder te lezen tot het bittere einde. Dicht dat boek. Ik ga nieuwsgierig naar het college waar we het vergeten werk van 't Hart zullen bespreken.